Kenmerken:
Kroon:
Breed ovaal
Schors:
Grijs lang gladblijvend
Blad:
Ovaal, lobben tot halverwge de hoofdnerf met lange, smalle tanden, 12-22 cm
Bloemen:
Goudgele katjes 5-8 cm lang in mei
Vruchten:
Napjes zeer ondiep, 5-15 mm in doorsnee, naschubben dun met fijne haartjes
Bloeitijd:
Mei
Eik (Amerikaanse) (Quercus rubra)
Quercus is het Latijnse woord voor eik. De Amerikaanse eik is in 1724 in Europa ingevoerd via Engeland. Tussen 1800 en 1900 is de Amerikaanse eik veel gezaaid in zanderige dennenbossen. Met zijn afgevallen bladeren moest hij de grond vruchtbaarder maken. De Amerikaanse eik voelt zich hier echt thuis en hij hoort er nu net zo bij als onze inlandse eikensoorten. De Amerikaanse eik groeit sneller maar het hout is kwalitatief minder als de inlandse eik. De bladeren van de Amerikaanse eik hebben spitse punten, terwijl die van de Nederlandse zomer- en wintereik juist rond van vorm zijn. De eikels van de Amerikaanse eik zijn echter weer ronder dan die van de van oorsprong inlandse eik. De eikels van de Amerikaanse eik zijn relatief klein; 2 centimeter. Ze zijn pas na twee jaar rijp.
Op eikeldopjes kun je fantastisch fluiten. Klem het dopje tussen je twee vuisten, zo dat er boven je duimen een driehoekig gaatje overblijft. Houdt het fluitje voor je mond en blaas schuin in de opening een beetje over het dopje heen. Misschien moet je even oefenen, maar dan zul je verbaasd staan. Wat een geluid kun je maken met zo’n klein dopje!