Kenmerken:
Kroon:
Driehoekig, naar boven gekromde takken
Schors:
Donkergrijs, eerst glad, later ruwer, geschubd
Blad:
Driezijdige naalden 10-30 mm, groen of zilverblauw: naalden aan de korte scheuten in rozetten van 10-45 mm
Bloemen:
Onopvallend
Vruchten:
Staande tonvormige kegels, punt afgeplat of met een kuiltje, rijp in het tweede jaar
Bloeitijd:
September-oktober
Ceder (Cedrus atlantica)
Cedrus is een verbastering van kedros waarmee meerdere naaldbomen met geurend hout worden aangeduid. Veelal grootse solitairbomen die op ouderdom karakteristieke groeivormen ontwikkelen.
In de 17de eeuw werd de ceder populair tijdens de opkomst van de Engelse landschapstijl. Het duurzame hout is geel met broodbruine strepen en geurt aangenaam. Ze hebben twee of drie harszakjes, die een onaangenaam smakende hars bevatten, waarschijnlijk om te voorkomen dat ze worden opgegeten door eekhoorns. Het rijpen van de kegel duurt een jaar. De bestuiving vindt plaats in september en oktober. De zaden zijn een jaar later rijp.
In 2012 is er door een windvlaag een grote tak afgebroken, waarna deze boom flink gesnoeid is om hem te redden.